Zorg ervoor dat u het klokhuis overhoud na het eten van een appel. Haal de pitten uit het klokhuis (het maakt niet uit als er nog vruchtvlees aan zit). Neem een pot en vul deze voor 3/4 met potgrond en 1/4 zand uit de tuin (u kunt ook overwegen om de pitten meteen in de tuin tezetten, maar dan kan de plant last krijgen van andere planten en wortels. Maak minimaal 3 gaatjes in de grond en stop in elk gaatje 1 appelpit. Maak het gaatje dicht en geef de pitten een beetje water (niet te veel! De grond moet goed vochtig zijn, maar niet doorweekt!). Als het plantje ongeveer 10 centimeter hoog is kan deze in de tuin gezet worden (als deze er nog niet stond). Als het winter wordt kunt u de grond rond het plantje bestrooien met kalk tegen de mos. Als u wilt bemesten kan dit, maar dan moet dat wel minimaal 6 tot 8 weken ná het bestrooien van de kalk! U kunt de appel het beste planten in de lente (eind april, begin mei) want in de zomer krijgt de plant mooie bloesem!