Abrikozen zijn net als citroenen lastig te planten in Nederland, omdat ze een warm klimaat nodig hebben (zoals in het zuiden van Frankrijk). Om abrikozen te planten heeft u dus meer nodig dan alleen aarde en water. Het is ten eerste lastig om aan abrikozenpitten te komen, omdat ze in Nederland bijna niet te koop zijn en als ze er zijn, zijn ze niet heel lekker. Maak er dus gebruik van als u op vakantie gaat naar het zuiden (bijvoorbeeld naar de Ardèche of de Dordogne) en neem wat abrikozenpitten mee. Als u ze eenmaal heeft kunt u beginnen. Maak een aantal watjes vochtig en vouw ze om de abrikozenpitten heen. Dit moet zo'n 3 uur liggen om ervoor te zorgen dat de pit beter ontkiemt. Ondertussen kunt u de pot klaarmaken. Vul de pot voor 1/2 met zand uit de tuin en voor 1/2 met potgrond  (zorg dat de potgrond boven zit en het zand uit de tuin. Als de pitten 3 uur hebben gelegen kunt u ze eruit halen en ze 0,5 tot 1 cm onder het oppervlak van de aarde stoppen. Abrikozen zijn niet bestand tegen lage temperaturen, dus moet er een minikas overheen (of een plastic zakje als de plantnog niet ontkiemt is). Het handige van zo'n minikas (of plastic zakje) is dat de temperatuur wel stijgt, maar niet daalt (mits u de kas niet weghaalt), waardoor de plant de temperatuur 's nachts overleeft. U moet de plant 2 keer per week een beetje water geven (niet te veel, want het is al erg vochtig door de kas!). Als de abrikoos 10 cm hoog is, moet deze in een grotere pot (niet in de tuin!), maar de kas moet eroverheen blijven!